Wat maakt een goede workshop?

Op het eerste gezicht een simpele vraag, maar niet een onbelangrijke om bij stil te staan. Veel workshopgevers denken veel na over hun inhoud en plannen voor een goede workshop, maar vergeten daarbij ook na te denken om alle randzaken rondom een workshop die ook van groot belang zijn. De beste workshops hebben naast een goede inhoud namelijk ook expliciet nagedacht over het doel, de interacties, de structuur en feedbackmechanismes. In deze blogpost helpen wij jou een handje verder in de stap om jouw workshops net die extra boost te geven en naar een hoger niveau te tillen!

Wat is een workshop precies?

Een workshop is een interactieve bijeenkomst waarbij een kleine groep mensen, meestal tussen 10 en 30 deelnemers, intensief focust op een specifiek onderwerp. In tegenstelling tot een college of seminar, dat meestal eenrichtingscommunicatie van spreker naar publiek is, zijn de belangrijkste aspecten van een workshop de vele interactie tussen instructeur en leerlingen, praktische oefeningen en groepsdiscussies.

Verschil tussen Workshop, Seminar en Training

Hoewel deze termen vaak door elkaar worden gebruikt, zijn er subtiele verschillen:

  • Seminar: Een formelere bijeenkomst waarbij een expert kennis deelt, meestal met weinig interactie.
  • Training: Meestal gericht op het aanleren van specifieke vaardigheden en minder op debat of discussie.
  • Workshop: Een combinatie van theorie en praktijk, waarbij de nadruk ligt op actieve deelname en ervaringsgericht leren.

Door duidelijk te maken wat een workshop precies inhoudt, kun je als workshopgever beter voldoen aan de verwachtingen van de deelnemers en zorgen voor een effectievere leerervaring.

Kenmerken van een goede workshop

Welke kenmerken van een workshop zijn belangrijk, maar wordt niet altijd evenveel over nagedacht door de workshopgever? Deze zetten we hier op een rijtje zodat jij voor jouw volgende workshop net de extra stap kan zetten in het verbeteren van de kwaliteit.

Duidelijk doel

Als een groep leerlingen (of in het geval van een klassengroep, de docent) de tijd neemt om een workshop uit te zoeken en te gaan volgen, dan is daar waarschijnlijk een doel aan gekoppeld. Dat kan een verwachting zijn om een nieuwe skill onder de knie te krijgen, of wellicht gewoon om een gezellige tijd te hebben met elkaar. Wat het ook is, het is belangrijk om als workshopgever in staat te zijn het doel van jouw workshop over te brengen tijdens, maar ook al vóór, de workshop. Op deze manier wordt het makkelijker om mensen te overtuigen jouw workshop te boeken, of om de aandacht vast te houden tijdens het geven van de workshop.

Afhankelijk van de inhoud en doel van de workshop, is het helemaal geweldig als je het doel kan kwantificeren, bijvoorbeeld als een SMART-doel (Specifiek, Meetbaar, Haalbaar, Relevant en Tijdsgebonden). Zo’n doel kan je dan in de workshop verwerven door aan het begin een snelle meting te doen onder de leerlingen over hun expertise op een bepaald vakgebied en vervolgens aan het einde van de workshop dezelfde meting te doen, zodat het resultaat van de workshop voor jouw en de leerlingen zichtbaar is.

Interactie

Zoals eerder beschreven, het voornaamste verschil tussen een workshop en een training/seminar zit hem in de interactie. Zeker als het gaat om workshops met studenten/kinderen, is het van groot belang om ze bij de les te houden en geïnteresseerd in wat er gaande is. De beste manier om dit te doen is doormiddel van interactie en momenten waarop ze even voor hunzelf aan de slag kunnen. Goede voorbeelden van hoe dit toe te passen is in iedere workshop zijn brainstormsessies, rolspellen of discussiegroepen.

Structuur en flow

Een goede workshop volgt een voorbedachte structuur en heeft een soepele flow van het ene onderwerp naar het andere. Zo niet, dreigt de workshop snel een rommeltje te worden zonder duidelijke lijn. Om dit voor jouw workshop goed op te zetten, is het slim om een ‘agenda’ te maken voor de volledige tijd dat jouw workshop in beslag neemt. Dit hoeft niet tot op de minuut precies uitgedacht te zijn, en het is ook niet per se een probleem als de agenda uiteindelijk niet helemaal gevolgd wordt, maar het is wel belangrijk dat er over nagedacht is en een poging wordt gedaan om de planning te volgen.

Met een tijdsplanning in gedachte, kan je een goede volgorde van onderwerpen volgen die daarmee een soepele flow creeërt, zonder verwarring voor de deelnemers. Op deze manier wordt de workshop vele malen productiever en maakt daarmee een goede workshop!

Feedbackmechanismes

Het doel van een goede workshop is vaak om iets leren. Maar wat soms vergeten wordt door workshopgevers, is dat zij zelf ook nog veel kunnen leren van hun leerlingen! Met iedere workshop die je geeft, komt er een rijke bron aan informatie vrij in de vorm van de deelnemers. Iedereen heeft een mening en een gevoel over het resultaat van de workshop, en het is belangrijk dat jij daar naar doorvraagt.

Naast feedback achteraf, kan real-time feedback nog een extra stap zijn om de workshop te verbeteren. Als achteraf blijkt dat de leerlingen niet helemaal tevreden waren met het resultaat van de workshop, ben je natuurlijk al te laat om een goede indruk achter te laten op deze deelnemers. Om die reden wil je tijdens het geven de workshop al hier en daar om feedback vragen. Dit kan het beste door tussendoor vragen te stellen zoals:

  1. Begrijpt iedereen het tot nu toe?
    • Snel inzicht in of de inhoud helder is.
  2. Wat is het meest interessante dat je tot nu toe hebt geleerd?
    • Helpt om te identificeren wat aanslaat bij de groep.
  3. Zijn er onderwerpen waarover je meer wilt weten?
    • Geeft je de kans om dieper in te gaan op onderwerpen die deelnemers belangrijk vinden.
  4. Hoe relevant voel je dat deze informatie is voor jou?
    • Beoordeelt de praktische toepasbaarheid van de workshopinhoud.
  5. Heb je suggesties om deze sessie te verbeteren?
    • Open vraag die ruimte biedt voor constructieve kritiek.
  6. Op een schaal van 1 tot 10, hoe comfortabel voel je je om het geleerde toe te passen?
    • Meet het zelfvertrouwen van de deelnemers in het toepassen van nieuwe vaardigheden of kennis.
  7. Wat zou je nu willen doen met wat je hebt geleerd?
    • Helpt in het stellen van toekomstige doelen en toepassingen voor de geleerde materie.
  8. Is het tempo van de workshop geschikt voor jou?
    • Beoordeelt of de workshop te snel of te langzaam gaat.
  9. Zijn er onduidelijkheden of vragen die je hebt?
    • Geeft deelnemers de kans om onbeantwoorde vragen of onduidelijkheden aan te kaarten.
  10. Hoe zou je de interactie in deze workshop beoordelen?
    • Evalueert het niveau van betrokkenheid en interactie in de groep.

Deze vragen kunnen je helpen om real-time feedback te krijgen, zodat je eventueel direct aanpassingen kunt maken voor een goede workshop.

Heb ik meteen een goede workshop als ik deze tips toepas?

Zo simpel is het helaas niet! Het is nog steeds van uiterest belang om goed na te denken over inhoud, zodat je workshop een basis van goede kwaliteit heeft. Deze extra stappen maken enkel van een goede workshop, een perfecte workshop, en wie wil dat nou niet! Zorg er dus voor dat je nadenkt over het doel van de workshop, interactie faciliteert, de structuur/planning/flow van het lesgeven en daarnaast ook of de leerlingen tevreden zijn over de workshop (tijdens en achteraf). Hopelijk kunnen deze tips jouw helpen om een betere workshop te geven aan jouw leerlingen, en als je nog verder wilt discussiëren over jouw workshops, voel je vrij om ons te contacteren!